Bruno Vanden Broecke zet met 'De Woordenaar' een nieuw pareltje op de planken. Zijn lijst met monologen, met onder meer 'Missie', 'Para' en 'Socrates', en uitstekende recensies, oogt intussen indrukwekkend. Al is deze nieuweling vooral een fluks en organisch samengaan van woord en muziek. Een jazzy taalconcert, zo je wil. Meer dan sterk aanbevolen.
De acteur komt 'prematuur' ter wereld en heeft van bij de geboorte leren 'vechten'. Pesten was zijn deel. Duikt snel de wereld van de literatuur in en exploreert van 'Jommeke' over Harry Mulisch tot 'Het Verdriet van België' en 'ontpopt' zich snel tot woordenaar. Taal om in te verdwalen, taal om in te huizen, taal om in te wonen. Taal als instrument, taal als lief, taal als maîtresse. Een wegfladderend vlindertje van boek naar boek, van titel naar titel.
Het hoeft geen betoog dat de acteur, in opvallende trouwvest gestoken en met hoofdwond, de wel erg persoonlijke toer opgaat. Feit is dat je samen met hem zijn liefdesleven induikt en mee wordt getroond naar zijn toch enigszins uit de hand gelopen huwelijksfeest met kleurrijke figuren. Toch weet je niet waar feit en fictie elkaar raken. Je gelooft elk woord van het verhaal. Van meet af aan, van bij het begin wordt je in de storytelling ingezogen.
Bruno trekt alle registers naar believen open. Hij speelt groot en klein, onderbouwt suggestief lijfelijk bepaalde scènes (mooi hoe hij met zijn voet het graf verbeeldt en oplicht), staat stil, klampt zich twijfelend vast aan de microfoonstandaard of tjokt als een dolle hond over het podium. Telkens in 'overleg', in 'samenspraak' met de hem omringende muzikanten en zangeres. Zijn monoloog wordt dialoog. Zijn alleenspraak wordt meerstemmig. Zijn stem verwordt instrument naast piano, accordeon, sax, drum,...
Zelden muziektheater gezien waarin tekst en muziek zo hand in hand van het podium dwarrelden, maar toch afvragend tegenover elkaar durfden te staan. Kortom, een muzikale roadtrip met ruimte voor improvisatie. Met Bo Spaenc, Johan Vandendriessche, Pol Vanfleteren en Amber Meert als volwaardige metgezellen in die avontuurlijke zoektocht. Mooi opgedeeld in hoofdstukjes en met een epiloog die naadloos aan begin wordt gelast.
Bruno Vanden Broecke gaat geen uitdaging uit de weg, zo veel is duidelijk. Vorig seizoen nog verraste hij met 'Ouder Kind' (geselecteerd voor Het Theaterfestival), een samengaan met vroege kompaan (en een beetje zijn lijfregisseur) Raven Ruëll, dat hun vriendschap belichtte. Ook de samenwerking met Peter De Graef in 'Niet doen!' was om vingers en duimen van af te likken en oogstte veel positieve respons. En nu met Bo Spaenc de trein op: akke akke tuut tuut...weg zijn zij...nooit...