Wacht niet op Godot! Ga gewoon kijken!
‘Wachten op Godot’, dé ontegensprekelijke klassieker van Samuel Beckett, stelt regisseur(s) en acteurs telkens weer opnieuw voor uitdagingen. We zagen reeds meerdere adaptaties, in een nog niet zo ver verleden onder meer door Ensemble Leporello. Razend benieuwd waren we naar de mise-en-scène door Olympique Dramatique, en meteen ook naar de rentrée van Tom Van Dyck.
Het is en blijft een helse evenwichtsoefening om dit origineel in het Frans (En attendant Godot) geschreven, en later naar het Engels vertaalde (Waiting for Godot) meesterwerk van de Ierse auteur naar de planken te vertalen. Momenteel kijkt Edward Beckett, de neef van de toneelschrijver en erfgenaam, streng toe of de inmiddels klassiek geworden toneeltekst wordt gespeeld zoals hij er staat en/of de regietips strikt worden gevolgd. Geen sinecure…en toch!
Deze interpretatie legt de kern, de essentie en het wezen van deze tekst subtiel en ragfijn bloot. 4 klasbakken van acteurs (Tom Van Dyck - Vladimir / Tom Dewispelaere - Estragon / Koen De Sutter - Pozzo / Nico Sturm - Lucky) tillen deze tekst naar een hoger niveau, wurmen zich, middels een ingenieus systeem van micro’s bij de spelers en koptelefoons bij de toeschouwers, je oren binnen. Alsof de afstand tussen acteurs en publiek er nooit is geweest. Alsof Corona nooit een gat sloeg tussen beide partijen. Maar net die technologie laat je haast lijfelijk ondervinden wat voor gruwel Covid 19 is. Het dreef een wig. Spelen leken nooit zo ver af.
De setting in de Waagnatie (Antwerpen) draagt daar ook in hoge mate toe bij. Een immens kaal, grauw, eindeloos lijkend speelvlak, schaars maar subtiel verlicht, met enkel twee ondiepe plassen en een prominent aanwezige boom die schuin in het luchtruim hangt. Bij aanvang zie je vaag Tom en Tom amper in de achtergrond onhandig en onbestemd heen en weer schoffelen. De nietigheid van de mens ten top. Een onheilspellend universum ook waarin geen plek is voor gevoel, voor emotie, voor menselijke warmte.
En toch laten Van Dyck en Dewispelaere tederheid in hun spel toe. Zijn ze zorgzaam voor elkaar. Het zinnetje ‘Kom hier dat ik u vastpak’ klonk nog nooit zo wrang en knijpend. Toch schemert door die woorden ook veerkracht en wederopstanding door. De mens die ondanks alle zinloosheid - het eindeloos wachten incluis - toch telkens weer recht krabbelt. Er maar blijft voor gaan!
Het gebruik van koptelefoon stelt je in staat de onderlagen van de tekstpartituur beter af te pellen en makkelijker in de hoofden van de personages te raken. Zo staan Vladimir - we noemen hem voor het gemak de intellectueel van de 2 lotgenoten - en Estragon met zijn verhalen, met knellende, te kleine en kapotte schoenen, tegenover elkaar. Ook Vladimir is lichamelijk gekweld: hij houdt zijn handen ongemakkelijk voor zijn kruis en moet om de haverklap op de loop om te plassen. En de twee maar oeverloos praten over Godot die hun leven zinvol zal inkleuren middels een opdracht. Godot komt niet, maar wel tweemaal hetzelfde kind als boodschapper met wat summiere info over Godot.
Ook Pozzo en Lucky staan haaks tegenover elkaar. De meester en de knecht. Een meer dan vette knipoog naar de kloof tussen rijk en arm. Zeker voelbaar bij de eerste passage. Mooi gesymboliseerd door kippenboutjes.
Tijdens hun tweede doortocht staat Pozzo in onderbroek. Het verval is ingezet. De mens in zijn slip, voorgoed van zijn voetstuk. Lucky wordt opgevoerd als een kwijlende nietszeggende onderdaan, die zich bedient van expressieve mimiek, een hoed om te mogen spreken en een ‘magistraal gebrachte monoloog’ met herhalende, half afgewerkte zinnen doorweven van gedachtensprongen.
Nog door het gebruik van de koptelefoons ontkom je niet aan de poëtische insteek en zeker ook niet aan de fijne ingebouwde laagjes humor. De acteurs zuigen je mee in hun repetitieve en ritmische cadans waarin ook de rol van de acteur/speler erg in vraag wordt gesteld. Ook hier schemert Corona door.
Voeg daar nog het ronduit schitterend lichtspel aan toe, samen met enkele fantastische beelden (zeker wanneer de rolpoort van de Waagnatie even wordt opgetrokken) en je weet dat deze interpretatie meer dan het label of predikaat ‘topklassieker’ verdient. Dit is zonder meer ‘verplichte leerstof’. Schrijf deze voorstelling in in de nieuwe leerplandoelen en meteen wordt duidelijk waarom Beckett meer dan alleen maar ‘absurd(istisch) theater’ is.
En nog dit: op het podium 4 klasbakken, 4 zwaargewichten die de tekst mooi naar het publiek toespelen. Wat zijn we blij dat Tom Van Dyck er weer bij is.