Mocht je nog niet overtuigd zijn van het vocale kunnen van Mich Walschaerts, ga dan absoluut naar zijn nieuwste liedjesprogramma 'Mich Walschaerts zingt', naar aanleiding van 25 jaar Nekka-nacht. De ondertitel 'Een bezwerende avond Nederlandstalige muziek' lost geheel de verwachtingen in. Nog tot 28 februari '19 in een theater in uw buurt! Doen!
Op scène: zes grote lichtkoepels met daarvoor, keurig opgesteld in een halve cirkel, van links naar rechts : een piano met wat toebehoren, één gitaar met pedalen, een elektrische en een contrabas broederlijk naast elkaar en een basis-drumstel.
Mich duikt bij aanvang van het concert op van tussen de instrumenten en opent haast a capella met 'De kraaien' van zanger en cabaretier André Manuel. Slechts af en toe een klein likje aan een snaar van de viool, meer niet. Brozer en breekbaarder kan een voorstelling haast niet beginnen. Mich schuift 'in zijn blootje' niet uit maar legt de zaal vakkundig en meteen het zwijgen op. Direct kippenvel! Ook al wordt er iemand in dit lied begraven, meer nog is het een ode aan het leven. Het lijkt wel het credo van de avond : liedjes die te lang te rusten werden gelegd, worden opnieuw van een fraai zingend bestaan voorzien.
Met de keuze voor André Manuel (van wie Kommil Foo ooit al 'Pijp' vakkundig naar hun 'mond' zette) is meteen ook de toon van het verdere programma gezet. Mich kiest nu eens niet voor 'Tim' van Wim De Craene of 'Brussel' van Johan Verminnen (ook mooi, hoor) maar opteert voor andere en minder bekende namen als Madou (wie kent er nog 'Niets is voor altijd', indertijd hemels tot leven gewekt door Vera Coomans), Think of One ('Um paletó') en Bizjoe ('Rijden' uit de heerlijke elpee met dito hoes 'Parels voor de zwijnen').
Dat dat niet noodzakelijk inboeten aan kwaliteit betekent, bleek alvast uit het fantastische uit het Drents vertaalde 'Angst is maar voor even' van Daniël Lohues, een pareltje. En 'Eddy Borremans' van Hugo Matthysen wordt in de uitvoering van Mich ontdaan van elke mogelijke foute interpretatie en wordt tot op het bot herleid. Wanneer een meer bekend artiest wordt gecoverd, kiest de helft van Kommil Foo voor minder evident materiaal. Bram Vermeulen wordt geëerd met 'Verlegen', Wannes Van de Velde met 'Stadscoupletten' en Thé Lau met 'Onder aan de dijk'.
Telkens speelt de band de nummers met bijzonder veel respect voor het origineel, maar gaat er toch eigengereid en gezond eigenzinnig mee aan de slag. Die halve cirkel van hierboven, weet je nog...op piano/zang Senne Guns (met nog meer krullen en snor en zeer dynamisch achter zijn toetsen), het snarenwonder Bruno De Groote op gitaar (manlief...), Wouter Berlaen (de Eels uit Zulte) gaat zijn bassen in maatpak met overgave te lijf en Cesar Janssens weet als geen ander zijn drumtussenkomsten tot een hoogst functioneel aantal slagen te herleiden (de kunst van het weglaten...). Dit A-elftal beheerst chanson, jazz, rock of cabareteske kolder met sprekend gemak.
Deze toplui stuwen Mich naar ongekende hoogten. Hij lijkt als zanger nog sterker en beter dan voorheen en kan door alle genrewissels heen heerlijk vocaal freewheelen. Geweldig! En hij heeft aandacht voor de stemmen van Senne Guns (Benny en Gisèle) en Wouter Berlaen (Oerend hard) voor wie hij graag zijn plaats verruilt. Even een stap opzij...Schoon, toch!
En verder krijgen ook Spinvis, Normaal, Wigbert, Mauro, Raymond, De Dijk, Arbeid Adelt, Drs. P en Gorki hun 'moment de gloire' en wordt er afgesloten met 'Tijd om te gaan slapen' van Kris De Bruyne. Weer a capella. Of hoe einde en begin naadloos aan elkaar worden gezet. Grote klasse!